BIOGRAFIE
(scroll down for English)
​
Jeroen Blankert (1966) groeide op tussen terpentine, ezels en paletten.
Vader Barend Blankert en moeder Koos van Keulen zijn belangrijke Nederlandse figuratieve schilders.
Eigenlijk wijdde bijna iedereen uit de familie Blankert zijn of haar leven aan de kunst, zo niet als schilder,
dan toch als graficus of op zijn minst als kunsthistoricus. Niet voor niets staat schilder H. W. Mesdag
ergens in dezelfde stamboom.
Het kon niet anders of Jeroen, de jongste loot aan de stam, zou ook iets beeldends gaan doen.
Dat deed Jeroen dus niet. Jeroen wilde drummer worden. Hij vertrok naar Amsterdam om te gaan
studeren aan het Sweelinck conservatorium. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en talent
laat zich niet verloochenen – nog voor hij zijn studie afgerond had, stond hij al te schilderen.
En zo betrad hij het volwassen leven met een drumstok in de ene en een penseel in de andere hand.
Als vrijbuiter gezegend met een enorme dadendrang en een afkeer van het gereguleerde werkende
bestaan raakte hij verzeild in verschillende avonturen. Hij schilderde decors, drumde voor Ellen ten
Damme, Joop van den Ende en Bettie Serveert, is al weer geruime tijd uitbater van het ongeëvenaarde
Amsterdamse cultuurpaleisje De nieuwe Anita, en runde tijdelijkook zijn eigen galerie, Foie gras.
Al die tijd bleef het schilderen de enige constante. Een aangeboren talent, stevig doorschilderen en een
groot respect voor ambacht en techniek; na meer dan twintig jaar heeft dat een imposant figuratief oeuvre
opgeleverd. Intens gekleurde landschappen, tronies, naakten en gebruiksvoorwerpen, felrealistisch met
af en toe een cartoonesk randje, zijn werk is net zo afwisselend als zijn levenspad.
Het blijft een raadsel wat Jeroen Blankert uiteindelijk is geworden. Drummer? Schilder? Kroegbaas?
Galeriehouder? Cultuurpaus? Er is maar één ding zeker. Jeroen Blankert is – zoals het een echte
Blankert betaamt – geïnteresseerd in het beeld. In het picturale resultaat van zijn handwerk.
Niet in de verhalen erachter. Verhalen, die heeft hij al genoeg van zichzelf.
BIOGRAPHY
​
​
Jeroen Blankert (1966) grew up among terpentine, easels and palettes: his father Barend Blankert and his mother Koos van Keulen are both renowned Dutch figurative painters. In fact, almost everyone in the Blankert family had dedicated his or her life to the arts, if not as a painter, then as a graphic artist of art historian. Even famous Dutch artist H.W. Mesdag (1831-1915) is in the family tree somewhere.
It seemed inevitable that Jeroen, as offspring of this illustrious family, would also do something in the visual arts. So of course he didn’t. He decided to become a drummer and enrolled at Amsterdam’s Sweelinck conservatory. But he couldn’t deny his roots – or his talent. Long before he graduated as a musician, he had taken up painting.
And so he entered adulthood with a drumstick in one hand, and a paintbrush in the other. A free spirit with a lust for life, albeit not a nine to five one, he became a man of many ventures. He painted scenery, played the drums for Ellen ten Damme, Joop van den Ende and Bettie Serveert , briefly ran his own gallery, and is the owner of one of Amsterdam’s most revered clubs-slash-cultural spaces
De nieuwe Anita.
But the painting has always remained a constant. Natural talent, a great respect for technique and twenty years of practice have resulted in an imposing body of work. Landscapes in vivid colours, tronies , nudes, everyday objects, deeply realist but with a cartoonish edge; Blankert’s art is as diverse as his life has been.
It remains unclear what Jeroen Blankert grew up to be. Drummer? Artist? Bar owner? Gallerist? Culture vulture? One thing’s for sure though: Jeroen Blankert is interested in the visual arts – as a real Blankert should be. In the result of his handiwork, right there on the canvas. Not in the stories behind the image. He has enough of those already.
​